In Europa: Noorwegen
Door de toenemende spanningen met Amerika, staat mijn column de komende tijd in het teken van Europa. Het is slim om je internationale ambities nu vooral op het eigen continent te richten.
Vandaag deel 6: Noorwegen.
Vandaag het laatste land wat, na Denemarken en Zweden, officieel tot Scandinavië behoort; Noorwegen. Net zoals bij de andere Scandinaviërs zal het je als Nederlander wel lukken om de zakelijke cultuurverschillen te overbruggen. Ook de Noren zijn redelijk informeel, het hele team doet mee bij vergaderingen en je zult al snel bij je voornaam aangesproken worden. Je maakt niet veel indruk met je titels en andere imposante visitekaartjesvulling.
In mijn eerdere columns betoogde ik al dat de Denen zakelijk op de Nederlanders lijken, en dat de Zweden wat dat betreft net Duitsers zijn. Op die manier zijn de Noren net Zwitsers. Ze zijn belachelijk rijk, géén lid van de EU, en ze gaan het liefst hun eigen gang. Dat komt door olie, een vleugje Nederlandse inspiratie, en het onofficiële motto: ikke stress.
“Olie, geld en geen stress”
Wanneer je aan de oliestaten denkt, zal Noorwegen niet je eerste antwoord zijn. Toch blaast het land, qua zwart goud, flink in de bus.
Zo’n 50 jaar geleden begon de Noorse olieproductie, en iedereen begrepen al snel dat dit het ticket naar rijkdom was. Een decennium daarvoor begon de Nederlandse gasproductie. De Noren zagen hoe wij met dat geld onze verzorgingsstaat aan het opbouwen waren. Echter, waar wij in Nederland alle winsten (de beroemde gasbaten) uitgaven, beseften zij dat de hoeveelheid olie in de grond eindig was. En men besloot voor de lange termijn te plannen.
De winst die de staat maakte met de verkoop van olie, werd in een speciaal fonds gestopt, en alleen de rente die men daarop ontving, werd uitgegeven aan de verzorgingsstaat en andere leuke dingen. Dit is tot de dag van vandaag zo. Elk jaar wordt de pot groter en groter, en alleen de rente wordt uitgegeven. Dus zelfs als de olieproductie ooit compleet stilvalt, dan blijft die enorme pot met geld waarop elk jaar rente ontvangen wordt, gewoon bestaan.
Kort door de bocht: de Noren zwemmen in het geld, en dit zal niet snel veranderen. Men maakt zich dus in het algemeen ook niet zo druk. Ikke stress (ie’ke stress) is waar het om gaat, en dit betekent zoveel als ‘geen stress’, ‘maak je niet druk’, ‘hakuna matata’.
Stel jouw internationale ambities en verwachtingen hierop in. Noren laten zich niet gek maken. Ze zullen niet vandaag iets doen wat ook morgen kan. De werkdag is rond 16:00 afgelopen, en probeer al helemaal niet op vrijdagmiddag iets in te plannen! Liever gaat men met de familie voor een lang weekend naar de Hytte, het buitenhuisje in de natuur.
Jouw kansen liggen bij innovaties. Deze worden eerder ingekocht dan zelf ontwikkeld. Door de rijkdom is namelijk een deel van de innovatiedrang weggevallen. Eerst zullen ze de oplossing zoeken bij de Zweden, dan bij de Denen, en als die het niet hebben, bij de Nederlanders.
Maak je internationale avontuur, met het Scandinavische trio compleet, en onthoud; Ikke Stress!
Lees meer columns: