Met taart smijten
Champagne, Goudse kaas, parmaham. Het zijn zomaar wat voorbeelden van bekende producten met een beschermde streeknaam. Sinds kort kunnen we de Limburgse vlaai ook aan deze lijst toevoegen. Na lang lobbyen, veel overleg en kilometers aan papierwerk, is het een groep bakkers gelukt om in 2024 de naam en bereidingswijze van de Limburgse vlaai beschermd te krijgen door de EU. Reden voor een feestje zou je zeggen. Maar er blijkt nu een hoop chagrijn te zijn. Laten we eens naar dat grenzeloze gedrag kijken.
Het aardige van de streek Limburg is dat het verdeeld is over twee landen. Zowel Nederland als België hebben een provincie met die naam. Er werd namens de gehele streek een gezamenlijke aanvraag ingediend, dus was het belangrijk dat de Nederlandse en Belgische bakkers het met elkaar eens waren. Ze moesten precies aangeven waar een echte Limburgse vlaai aan voldoet. Dikte van de bodem, minimaal gewicht, maximale omtrek, soort vulling, géén slagroom erop, en nog veel meer van dat soort triviale maar o zo belangrijke zaken.
Nu, een vol jaar na de EU-erkenning, is er nog steeds gedoe over die belangrijke triviale zaken. Het blijkt namelijk dat de vlaaien van vrijwel alle Belgische bakkers niet aan hun eigen eisen voldoen. De Nederlanders verwijten de Belgen onzorgvuldigheid tijdens de aanvraagperiode. De Belgen mopperen op hun beurt dat er nog tijd genoeg is voor correcties. Resultaat: frustraties alom.
“Gedoe over triviale maar o zo belangrijke zaken”
Bij de bakkers zal het uiteindelijk allemaal wel goed aflopen, maar het is exemplarisch voor de cultuurverschillen tussen Nederland en België. Mening Nederlandse ondernemer gaat ervan uit dat ze de Belgische markt er zonder al te veel moeite wel eventjes bij kunnen doen. Ze spreken er immers vrijwel dezelfde taal, wij kijken naar hun tv-programma’s en onderweg naar Frankrijk rijden we er altijd doorheen. Conclusie: we weten genoeg om er zaken te kunnen doen.
Niets is minder waar. De Nederlandse en Vlaamse (dat is je eerste belangrijke les) werkcultuur ligt ver bij elkaar vandaan. Dat we dezelfde taal spreken, betekent niet dat we elkaar verstaan. Een samenwerking die enerverend start, voortvarend verloopt en met een sisser afloopt, betekent echt iets compleet anders in beide landen.
Vlamingen vinden ons doorgaans luid, arrogant en bot. En daar kan ik ze geen ongelijk in geven, dat zijn we in hun ogen ook. Besef dat je nieuwe Vlaamse zakenpartner er vanuit gaat dat ook jij weer zo’n betweterige Hollander bent die komt vertellen wat ze allemaal fout doen. Tip: probeer gelijk door die muur te breken. Vraag naar de uitdagingen en problemen van je klant, voordat je je oplossing pitcht. Wees beleefd en vousvoyeer. En ga niet tof of jofel doen, zeker niet in het begin!
Wanneer je de grens overrijdt moet je de Hollandse versie van jezelf daar achterlaten en in een Vlaamse mindset komen. Doe en denk zoals de Vlaming. België is in alle opzichten net zo’n ander land als Duitsland, Zweden of Amerika dat is. Verdiep je in de cultuur voordat je er zaken gaat doen. Dat is echt de kers op de taart. Maar geen slagroom, want dan is het geen Limburgse Vlaai meer.